1. Trang chủ
  2. » Ngoại Ngữ

De natuurlyke historie der insecten V03-2, Rosenhof and Al, 1764 to 1768

415 40 0

Đang tải... (xem toàn văn)

Tài liệu hạn chế xem trước, để xem đầy đủ mời bạn chọn Tải xuống

THÔNG TIN TÀI LIỆU

Thông tin cơ bản

Định dạng
Số trang 415
Dung lượng 22,41 MB

Nội dung

^~9r D E NATUURLYKE HISTORIE DER INSECTEN; Voorzien met naar *t Leven getekende en gekoleurde Plaaten Folgem eigen ondervinding befchreeven^ door den Heer AUGUST AN JOH RÖSEL, F^N KOSENHOF, Miniatuur -Schilder Met zeer nutte en fraaie Aanmerkingen verrykt^ door den C F C Uit den echten Hoogduitfchen Aanmerkingen van K L E E M AN Heer N Druk van den Heer Rösel, en de gefchreeven den Heer Kleemann, vertaald, Onder het toezicht en de befchaaving van eenige voomaame Liefhebbers, DERDE DEELS, Ilde STUK •t> Te By C H HAARLEM en AMSTERDAM BOHN EN H GARTMAN, Met Privilegie Boekverkoopers VOORREDE LEEZÈR! Geeerdfi ^ D ^at de Uitgave vaii * ^^* Hijïorie der InfeSten derom dit Derde Deel myner Natuurlyke iets traager voortgegaan zy, is we- meererideels veroor/aakt door eene langduurige «1 gevaarlyke Ziekte ; welke my genoegzaam deed twyfTelen , of ik het wel ooit ten einde zoude brengen ; nochtans is zulks nu evenwel, door Gods goedheid, Ik kan volbragt tegenwoordig, met veel vergenoeging, zeggen, dat binnen 15 jaaren, drie volkomen en nagenoeg even dikke Deelen uitgegeeven hebbe*; in welken mim Drie Honderd, tot ik, Twee -en -Twintig ClaHèn behoofende, oorfprong en byzondere befchreeven zyn derleie Want Claflen vant eigenfchappen Infeélen, , in hunnen omftandig door my Eerfle Deel bevinden zich zt$' Vlinders; in het Tweede Deel heeft men in 't UIde Deel « Zie desaangaande ons Voorbericht * inshier achter volgende 380:21 VOORREDE Land -en Water -Inreften; insgelyks acht Claflen van verfcheiden en het in tegenwoordige Derde Deel vindt men behalve die , genen, welken tot de eerflgemelde Veertien Claflen behöoren, ook zodanigen, die my gelegenheid gegeeven hebben, om nog acht nieuwe Claflfen te maaken : want daar in hebbe ik afgebeeld en befchreeven, I Van de Roover; Clajje der Libellen of Waternimphen ^ den Mieretu ^ , vm W , '^ ^ WdïérMÈen; -, ^, ^ -'' Zesderleie foort Eene foort van IVaterfpinnen , benevens eene TVatermade of Drie foorten van Kreeften zvejlen; de kleine Drieërleie foorten als de Rivierkreeft onzer : Riviergarnaal ^ en de Zeegarmal-i G^ van Scorpioenen; Tweeërleie Snuitkevers Vier foorten van Armpolypen ; tzuee'e'rleie Ve/lerhospolypen '" en eindelyk Negen foorten van Bafterdpolypen , henevens twee kleine aart te vinden is, Waterinfe&en-i aan welken noch kop noch f Zo als ik nu in dit Derde Deel gehandeld hebbe, het Vierde Deel vervolgen ; dat is ik zal , , zal ik ook behalve de Infeden de reets begonnen Glafien behooren , ook zodanigen op het tapyt brengen, die weder onder andere en nieuwe Claflen die tot te rekenen zyn de Infeften toch nagaat, hoe meer Hoe meer men ftcndig Icercn, dat niet alles weeten : wy, hoe ja ik veel wy wy be- weeten, op verre na nog durve wel onbefchroomd vaftftellen nog veele, zo niet ontelbaare jaaren, verloopen zullen eer 'er iemand komt, die alle de Infeften in eene volmaakte Orde brengt '^ On^ dat 'ér • V o o R R E Ö E, fC Ondertuflchen zullen noch deze, noch andere Zwaarighedcn my aan derzelver Onderzoeking verknocht, , affchrikken van dit Werk, zolang de AUerhoogfte 'er my de krachten toe verleent, ook in 't vervolg,- met allen yver, voort te zetten Veel minder 'zullen myne Benyders my daar van afhouden fchoon zy , zo wel mondling, nopens als myn Werk, allerhande OnM;aarheden, in gefchriften, uitftrooien; en wel willen beduiden, dat de fchikking van inzonderheid anderen zelve, 't voorkomende Onderzoekingen en B elchry vingen zyn 't Is genoeg, dat onze Geleerde Dr H t h veele jaaren in de voltooijing van weeft is, dit niet en de daar in niet , , die van my my federt myn Werk behulpzaam ge- ontkent; en een ieder ligtlyk begrypt, dat ik, wanneer het anders ware, nooit de koenheid gehad zou hebben, van zulks op het Tytelblad met de woorden, door eigen Ondervindir.g hefchreeven Eindelyk wende ik (die my , uit te drukken my myner Werken, my aangedaane Verdriedykheden, daardoor bevorderd hebben,) om hun altoos, in fpyt van alle aangefpoord, en dezelven kortlyk tot de Liefhebbers myne hartlyke Dankbetuiging op te offeren, en hen te verzekeren, dat ik met denzelfden yver zal voortvaaren, tervvyl ik met de hoogfte verplichting blyve &c AUGUST JOHAN RÖSEL van Rofenbof * VOOR r^(^ ^'*_ \^}- '''^

Ngày đăng: 05/11/2018, 19:44